Afbeelding
Foto:

Brandbrief aan minister: 'Grote financiële zorgen'

WIERDEN - De gemeenteraad en het college van Burgemeester en Wethouders hebben deze week een brandbrief gestuurd naar minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hierin spreken zij grote zorgen uit over de financiƫle positie van de gemeente in de nabije toekomst.

Aanleiding voor de brief was een oproep van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, die alle gemeenten vroeg om een soortgelijke brief op te stellen. Dinsdag sprak de gemeenteraad over de financiƫle situatie in de Nota Meerjarenbeleid. Hier las burgemeester Doret Tigchelaar de brief voor. Donderdag is deze aangeboden bij de Tweede Kamer. De Nederlandse gemeenten verkeren collectief in zwaar weer; de een wat meer dan de andere. Zo zijn zij veel geld kwijt aan zorgtaken en inkomsten lopen terug, evenals bijdragen van het Rijk uit het gemeentefonds. Hierdoor kunnen gemeenten steeds minder investeringen en uitgaven doen voor andere zaken, waardoor de leefbaarheid en vitaliteit van de plattelangsgemeente onder druk staan.

De brief
Begin dit jaar liet de minister weten dat de herverdeling van het Gemeentefonds uitgesteld is tot 1 januari 2022. Gemeenten ontvangen een bijdrage van het Rijk uit dit fonds waarmee zij een deel van hun uitgaven betalen. Hoeveel geld gemeenten ontvangen hangt af van diverse factoren; het inwonwersaantal, oppervlakte van de gemeente, aantal uitkeringsgerechtigden en de hoeveelheid belasting die een gemeente kan innen. De verwachting is dat bij de herverdeling grotere gemeenten er op vooruit gaan, terwijl gemeenten tot 100.000 inwoners er op achteruit gaan. Voor Wierden is de raming dat men zo'n 30 euro per inwoner misloopt, maar het zou ook tot zelfs 100 euro kunnen zijn.

Onzeker
Deze cijfers zijn nu nog hoogst onzeker, wat alleen maar bijdraagt aan de problemen. Gemeenten kijken namelijk niet alleen naar lopende jaren, maar ook vaak enkele jaren vooruit. Wanneer je niet weet of en hoe zeer je inkomsten achteruit gaan, moet je wel de hand op de knip houden. Dit resulteert dan weer in dat noodzakelijke investeringen niet door kunnen gaan.